Ik mocht laatst mee discussiëren met een aantal HR managers. Het onderwerp was de onwil van medewerkers te veranderen. Het was een levendige, soms ook felle en discussie met standpunten over impliciete en expliciete onwil bij medewerkers. De benadering was behoorlijk negatief.
Ineens stond iemand op, die al een tijd aandachtig had zitten luisteren en nam het woord. “Voor ik HR manager werd, heb ik jaren les gegeven op een basisschool. In al die tijd heb ik nog nooit een kind meegemaakt, dat niet wilde veranderen. Maar ik vroeg nooit aan ze of flexibel waren en wilden veranderen. Ik vroeg alleen, wat ze graag wilden bereiken. En er was niemand die niet ergens beter in wilde worden. Soms ging het over beter kunnen rekenen of beter worden in gymmastiek maar ook “beter zorgen voor mijn zusje”. Als ik ze daarna vertelde dat ze daarvoor wel wat moesten doen en ik ze daarbij zou helpen waren er maar weinig, die de uitdaging niet aan wilde gaan. Ze waren dus bereid te veranderen, gewoon omdat ze uitgedaagd werden en zij iets wilden. En daarom ben ik van mening dat mensen wel willen veranderen. Maar het moet geen opdracht worden, zoals ik vaak zie. Mensen willen wel zien wat de uitdaging is en er achter kunnen staan. Dan geven zijn ze bereid daar energie aan te besteden.“
Vanaf dat moment kreeg het gesprek positieve wending en het werd een stuk constructiever en ging niet meer over het “bewijzen” van de inflexibiliteit van mensen en de onwil om te veranderen. Maar over de wil om iets gezamenlijks te bereiken en hoe we ervoor kunnen zorgen, dat medewerkers worden uitgenodigd en betrokken.